Luitingh-Sijthoff
Sommige boeken sla je dicht met een glimlach die op je gezicht blijft plakken. Hotel Bonbien van Enne Koens is zo’n boek. Het is vrolijk en geestig maar het beklijft ook omdat er psychologische diepgang en veel ontwikkeling in zit. En bovenal: het is verrassend sprankelend geschreven. Daardoor straalt het lichtvoetigheid uit terwijl er wel degelijk een wereld achter schuil gaat.
Het decor is een Frans snelweghotel waar toeristen op doorreis een nachtje doorbrengen. De ouders van Siri zijn de eigenaars en kunnen maar net het hoofd boven water houden. Vader is een pietlut die zich snel zorgen maakt en moeder is de gastvrije bon vivant met dwaze plannen. Er is veel ruzie en als de ouders van een vriendinnetje uit elkaar gaan, bedenkt Siri dat haar gezin wel eens het zelfde lot kan treffen. In haar hoofd is het eigenlijk al zover, maar ze denkt met een bijzonder plan het tij te kunnen keren. Daar is een klein wonder voor nodig dat niet helemaal geloofwaardig een plek in het verhaal vindt. Siri beschikt plotseling over een bijzonder talent waarmee ze wedstrijden zou kunnen winnen. De familie gaat op reis voor een tournooi. De aanvankelijke eensgezindheid slaat na een tijdje om als er opnieuw ruzie ontstaat maar het drama dat Siri zo onvermijdelijk leek, gebeurt niet.
Koens laveert behendig tussen onderkoelde humor en uitbundige gekkigheid.Ze gebruikt taal en voorbeelden om de belevingswereld van Siri te schetsen, zonder al te veel uit te leggen. De lezer al heeft wel door dat de relatie van haar ouders een stootje kan hebben maar gaat ook mee in Siri’s bezorgdheid. Koens stelt zich in de traditie van literaire kinderboekenschrijvers die met toegangelijke verhalen iets te vertellen hebben. Schrijvers die de kunst verstaan om een inkijkje te geven in het hoofd van kinderen. Samen met bijvoorbeeld Anna Wotlz (aan wie ze wel een beetje doet denken qua thematiek, stijl sprankeling) doet ze denken aan grootmeesters als Sjoerd Kuyper en vooral Guus Kuijer. Siri heeft veel weg van Madelief en Polleke: eigenwijs en eigenzinnige personages met een vrolijke maar ook tobberige inborst. Ze begrijpen de wereld van volwassenen vaak niet en willen het beste voor iedereen, maar de wereld, het leven en vooral die verrekte ouders werken lang niet altijd mee.
Koens klopte aan de deur met de iets te hoog gegrepen jeugdroman Vogel, waar haar schrijftalent zich al openbaarde. Met Sammie en opa bleek dat verhalen voor wat jongeren kinderen haar beter liggen en nu lijkt ze echt haar vorm te hebben gevonden. De stijgende lijn zet zich door en zal ongetwijfeld uitmonden in bekroningen. Is het niet met Hotel Bonbien, dan wel met een volgend boek. We gaan nog veel horen van Enne Koens.
Hotel Bonbien
Enne Koens
Luitingh-Sijthoff